Het leven van Mohammed verstript
Na een reeks grappen over Mohammed die moslims schokten, komt het blad Charlie Hebdo nu met een serieuze stripbiografie van de profeet.
De paus die een condoom als een hostie opheft en consacreert ("dit is niet mijn lichaam"), de profeet Mohammed die zich beklaagt dat alleen saaie sufferds van hem houden, een moslimgeestelijke die de lezers van Charlie Hebdo bedreigt ("honderd zweepslagen als u hier niet om lacht"). Dit zijn een paar grappen uit het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo. In het ene geval, als de paus doelwit is, gebeurt er niets, in het andere geval wordt het kantoor van het blad platgebrand. Zoek de verschillen.
Toen bekend werd dat Charlie Hebdo na de satires van de laatste jaren, in 2013 een complete biografie van de profeet Mohammed zou uitbrengen, leek het onvermijdelijk dat nu grap op grap gestapeld zou worden en dat veel gelovigen op de ziel zouden worden getrapt, tot leedvermaak van een westers, voornamelijk ongodsdienstig publiek. Dit is met de publicatie van het eerste deel van La vie de Mahomet (Het leven van Mohammed) niet gebeurd. De biografie die sinds 2 januari 2013 in de Franse kiosken ligt, is een serieus boek geworden.
Het vertelt het leven van de profeet tot aan zijn veertigste levensjaar. Hij is dan al geruime tijd getrouwd met de rijke zakenvrouw Khadidja, twintig jaar ouder dan hij. Hij heeft dan net zijn eerste openbaringen ontvangen van de engel Djibril (Gabriël). In feite moet op dat moment de geschiedenis van Mohammeds zending nog beginnen. Met het nogal trage tempo waarin het verhaal in dit eerste deel wordt verteld, zijn nog heel wat delen nodig voor de hele biografie. Mohammeds publieke leven zal daar aan bod moeten komen, eerst de tegenstand van de Mekkanen, daarna zijn verhuizing naar Medina, de militaire expedities, de verovering van Mekka, en ten slotte zijn dood in 632. Mohammed evolueert daarin van bevlogen profeet tot wetgever en staatsman. De goddelijke openbaringen veranderen van eschatologische visioenen van een hoog poëtisch gehalte tot complexe en heel prozaïsche wetsvoorschriften.
Maar zover is het nu nog lang niet. In dit eerste deel van de biografie worden vooral de wonderbaarlijke voortekenen van Mohammeds profeetschap beschreven in de context van de heidense maatschappij in Mekka. De auteurs, Charlie Hebdo’s hoofdredacteur, Stéphane Charbonnier (als tekenaar gebruikt hij de naam Charb) die nog steeds onder politiebescherming staat na eerdere doodsbedreigingen van boze moslims, en de van oorsprong Marokkaanse journaliste Zineb El Rhazoui, hebben zich gebaseerd op een aantal authentieke islamitische bronnen getuige de negentig verwijzingen aan het eind van het boek. In haar voorwoord legt Zineb uit welke deze bronnen zijn, hoe er gebruik van is gemaakt, en ook dat het gele mannetje in de strip alleen maar een metafoor is van de profeet, geen afbeelding en zeker geen karikatuur.
Het is maar de vraag of het abstractievermogen van vrome moslims, die volhouden dat de profeet niet mag worden afgebeeld, ver genoeg reikt om dit te kunnen begrijpen. Het boek is voortgekomen uit de verbazing over het feit dat episoden uit het leven van Jezus in brede kring bekend zijn, maar dat we als het om de profeet van de islam gaat eigenlijk geen enkele episode uit zijn leven kennen. In Frankrijk, waar de islam de tweede godsdienst is, is dat verbazingwekkend, aldus de auteurs. Zij richten zich hiermee tot een niet-islamitisch publiek, want moslims kennen het leven van de profeet natuurlijk wel. Het is een verhaal geworden "zonder toevoeging van humor, de vorm mag blasfemisch lijken, de inhoud is volstrekt halal”.
Het is evident dat Charbonnier zich als tekenaar artistiek heeft moeten beperken. Het Mekka dat wij hier zien lijkt één groot smurfendorp met norse gele poppetjes, mannetjes en vrouwtjes die allemaal op elkaar lijken, en enigszins koddig over de bladzijden heen en weer hollen. Inderdaad is er hier geen humor, en in het verhaal wordt dan ook door niemand gelachen. Omdat alle figuurtjes op elkaar lijken kan er ook geen sprake zijn van een karikatuur van speciaal de profeet Mohammed.
Er zitten wel een paar addertjes onder het gras, maar het is de vraag of de auteurs zich dit voldoende hebben gerealiseerd. Daar is bijvoorbeeld de vraag welke godsdienst Mohammed had vóór zijn profeetschap. De islamitische bronnen houden het op een onbestemd monotheïsme. De neef van Khadidja, Waraqa Ibn Naufal, wordt door Charb en Zineb als een nestoriaans priester opgevoerd, een christen dus. Dat impliceert dat Khadidja christen was, en dat dus, in een tijd dat gemengde huwelijken zeldzaam waren, de profeet waarschijnlijk ook christen was. Tijdens zijn huwelijk met Khadidja heeft hij nooit een tweede vrouw genomen, het was dus een christelijk monogaam huwelijk.
Maar zover gaan Charb en Zineb niet. Of de auteurs in de volgende delen, als die er komen, erin zullen slagen om het juiste midden te vinden tussen een naïeve hagiografie en een geloofwaardig levensverhaal zal nog moeten blijken. In elk geval zal dan pas duidelijk worden hoe groot de verschillen zijn tussen het leven van Jezus en dat van de profeet van de islam.
Boek: Charb - Zineb, La vie de Mahomet. 1ère partie. Les débuts d’un prophète. Paris (Charlie Hebdo, hors série). 64 pp. € 6 (in Frankrijk).
Dit artikel verscheen op 10 januari 2013 in het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad. Klik hier voor de NRC-versie.
0 Comments