leidenislamblog

Het Nederlands waardendebat en islam Foto © Abdurrahman Özsoy

Het Nederlands waardendebat en islam

'Is islam verenigbaar met westerse waarden?' Maurits Berger ontleedt het ‘waardendebat’ en beargumenteert dat wat er schuurt tussen gelovige moslims en de Nederlandse samenleving niet de politiek-juridische waarden van vrijheid en democratie zijn, maar cultureel-religieuze tradities en gewoontes.

In het ‘waardendebat’ dat woedde in Nederland gedurende het eerste decennium van deze eeuw, speelde – en speelt nog steeds – de vraag: is de islam verenigbaar met westerse waarden? Dat is niet zomaar een vrijblijvende, theologische vraag. Als het antwoord namelijk negatief zou luiden, dan is de gevolgtrekking dat een gelovig moslim eigenlijk geen volwaardig burger kan zijn in een westerse samenleving. Deze vraag veroorzaakt daarom steeds weer veel ruis in de discussies over integratie. Want moslims mochten perfect geïntegreerd zijn, maar waren hun islamitische opvattingen dan niet eigenlijk een constante belemmering voor een waarachtige integratie?

Laten we daarom proberen die discussie over waarden te ontleden. Voor een buitenstaander is het antwoord op de vraag over islam en westerse waarden algauw duidelijk: nee, de islam is niet verenigbaar met westerse waarden, want er zijn onoverbrugbare verschillen tussen de theologische waarden van de islam en de moderne waarden van het Westen. Dat is waar, maar dat is kenmerkend voor de meeste religies: zij maken een sterk onderscheid tussen man en vrouw, maken een nog groter onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen, hebben een probleem met homoseksualiteit, en hebben vaak een moeizame verhouding met staat en overheid. Ook historisch gezien laten veel religies geen track record zien van waarden die overeenkomen met wat we vandaag de dag als westerse waarden zouden bestempelen.

Zoals ik al zei is dit het antwoord van de buitenstaander, ofwel de niet-zo-gelovige waarnemer die zelf door de heilige teksten bladert en de geschiedenis van de betreffende religie erop naslaat. Het is ook het antwoord van bepaalde gelovigen zelf, die een letterlijke lezing van hun religie bezigen. Maar er is nog een derde categorie, namelijk gelovigen die zich niets aantrekken van wat er allemaal fout is gedaan in naam van hun religie, en zich liever richten op de kernboodschap ervan. Zo zien we zowel bij christenen, joden als moslims de ontwikkeling van feministische bewegingen die juist wél de gelijkheid van man en vrouw terugzien in de pure vorm van hun religie. Deze gelovigen beschouwen ook de waarden van democratie en mensenrechten als kernwaarden van hun religie. Dus hoewel de Katholieke Kerk zich bijvoorbeeld in de vroege twintigste eeuw nadrukkelijk heeft uitgesproken tegen mensenrechten en democratie, zijn die waarden nu gemeengoed geworden in het katholieke denken. En de christelijke, joodse en islamitische theologie en praktijk mogen eeuwenlang de vrouw een onderdanige positie hebben toegekend, veel gelovigen lezen vandaag toch echt iets anders in hun bronteksten.

Het gaat, kortom, niet om wat de teksten van de diverse geloven beweren, maar hoe de gelovigen ermee omgaan. De vraag ‘is de islam verenigbaar met westerse waarden’ is dan eigenlijk een onjuiste vraag, en zou anders geformuleerd moeten worden, namelijk: kunnen moslims zich verenigen met westerse waarden? Dat leidt onmiddellijk tot de volgende vraag: wat bedoelen wij precies met die ’westerse waarden’? Opeenvolgende Nederlandse regeringen hebben herhaaldelijk antwoord gegeven op deze vraag. In 2004 werden deze waarden gelijkgesteld aan vrijheid, gelijkheid, solidariteit en democratie. Tien jaar later, in 2014, voegde de regering deze begrippen en waarden samen in de term ‘rechtsstaat’, die vanaf toen als nieuwe slogan werd gebruikt om uitdrukking te geven aan de Nederlandse kernwaarden.

Het bijzondere is nu dat moslims in Nederland, maar ook in de rest van Europa, geen probleem hebben met deze waarden. Integendeel. Uit onderzoek blijkt dat moslims deze waarden zelfs meer omarmen dan de ‘autochtone’ bevolking van Europa. ‘De overgrote meerderheid van moslims in de Europese Unie heeft een groot gevoel van vertrouwen in democratische instituties,’ was bijvoorbeeld de conclusie van een Europees rapport uit 2017.

Dit is niet zo verwonderlijk. De waarden van vrijheid en gelijkheid geven moslims immers de mogelijkheid om te mogen zijn wie ze willen zijn, en om dus anders te mogen zijn dan anderen. Wat er schuurt tussen gelovige moslims en de Nederlandse samenleving is dus niet zozeer het bestaan van de westerse waarden zoals vrijheid en democratie. Dat zijn de politieke en juridische waarden, die door de meeste moslims juist enthousiast worden onderschreven. Nee, wat schuurt zijn andere westerse waarden, namelijk die welke zijn vastgelegd in tradities en gewoontes. Dat zijn de culturele en religieuze waarden. Deze zijn niet terug te vinden in wetten of verdragen, zoals het geval is met de politieke en juridische waarden, maar in de gedragingen en opvattingen van de meerderheid van de bevolking: ‘Zo doen wij dat nu eenmaal hier.’ Er is geen wet die voorschrijft hoe wij ons moeten kleden of hoe we elkaar begroeten, maar veel Nederlanders hebben een groot probleem met bepaalde islamitische kleding en de weigering van enkele orthodoxe types om de hand te schudden. ‘Zo doen wij dat niet, hier in Nederland,’ wordt er dan afkeurend gemompeld. Er klinkt dan al snel de roep dat deze mensen zich moeten ‘aanpassen’ of dat hun waarden strijdig zijn met de westerse of Nederlandse waarden.

Het debat over westerse en islamitische waarden bestaat daarom eigenlijk uit twee debatten, die regelmatig langs elkaar heen worden gevoerd, namelijk over politiek-juridische en over cultureel-religieuze waarden. De uitroep ‘dat mag niet’ wekt de suggestie dat het gaat over de overtreding van een wettelijke regel, maar in bijna alle gevallen gaat het over de schending van een gewoonte. De meeste moslims die ik ken voeren het juridische en politieke debat: zij beroepen zich op gelijke behandeling en op de vrijheid om anders te mogen zijn. Veel andere Nederlanders antwoorden echter via het culturele en religieuze debat: zij beroepen zich op de gewoontes en tradities in Nederland.

Dit artikel is een bewerking van een hoofdstuk uit het boek De Halalborrel, Uitgeverij AtlasContact, 2020.

0 Comments