leidenislamblog

Islamitische Swahili media over het conflict in de Centraal Afrikaanse Republiek Refugees of the fighting in the Central African Republic, January 2014.

Islamitische Swahili media over het conflict in de Centraal Afrikaanse Republiek

Minister Timmermans bepleitte onlangs “Afrikaanse oplossingen” voor “Afrikaanse problemen.” In islamitische Swahili media wordt dit als Westers imperialisme afgedaan. Afrikaanse moslims willen een islamitische oplossing, meent Gerard van de Bruinhorst.

Vorige maand bepleitte minister van Buitenlandse Zaken Timmermans “Afrikaanse oplossingen” voor “Afrikaanse problemen” zoals de conflicten in Mali, Zuid-Sudan en de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR).


Sinds december 2013 vermoorden christelijke aanhangers van de anti-Balaka beweging in de Centraal Afrikaanse Republiek leden van de Seleka, een alliantie die vooral uit moslims bestaat. Omdat dit conflict zich langs religieuze lijnen afspeelt, is het niet verwonderlijk dat islamitische media vooral in religieuze oplossingen denken. Dat juist een Nederlandse minister pleit voor een “Afrikaanse oplossing” in wat de meeste islamitische scribenten als een religieus probleem zien, leidt tot veel scepsis.

Fijntjes refereren moslims aan de passieve rol van Nederlandse militairen bij de moord op meer dan 7000 moslims in Srebrenica in juli 1995. Ook het feit dat het “Nederlandse” Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC) volgens veel Afrikaanse media een sterke voorkeur heeft voor Afrikaanse misdadigers, maakt de geloofwaardigheid van de minister er niet groter op. Volgens veel moslims in Afrika draagt een Afrikaanse oplossing voor een conflict altijd een Westers imperialistische stempel dat negatief uitpakt voor moslimminderheden. Zij willen geen Afrikaanse maar een islamitische oplossing.

Hoe ziet zo’n “islamitische oplossing” er dan uit? Een analyse van wat er in de periode tussen december 2013 en mei 2014 verschenen is in een aantal islamitische Swahili media in Oost-Afrika, zowel in druk als digitaal, laat zien dat moslims hier zelf ook niet helemaal uit zijn. Globaal zijn er drie oplossingen te onderscheiden:

1) persoonlijke, fysieke strijd, oftewel jihad;
2) de terugkeer van een rechtvaardige islamitische staat met een islamitische leider;
3) islamitisch activisme binnen het raamwerk van de seculiere, democratische staat.

Demonstratie van Hizb Ut-Tahrir in Mombasa, Kenia, 23 maart 2014. Bron: www.hizb-eastafrica.com.

Persoonlijke strijd en jihad

Gedurende de periode van het terreurbewind van de islamitische Seleka tussen maart en december 2013 zijn de berichten in de Swahili pers over de CAR zeer summier. Na het aftreden van de islamitische interim-president Djotodia in januari 2014 wordt de boodschap in islamitische kranten tamelijk eenduidig: christenen slachten op grote schaal moslims af. De publicatie van het Amnesty International rapport “Ethnic cleansing and sectarian conflict in the Central African Republic” in februari 2014 wordt door de islamitische pers aangegrepen om het conflict als een genocide op moslims door christenen te portretteren.

De gruwelijke beelden vinden snel hun weg naar de voorpagina’s van kranten en andere media. Dit leidt tot een aantal directe of indirecte oproepen tot jihad: het verdedigen van moslimbroeders en -zusters middels fysieke strijd. Op 17 maart toont Ali Bassaleh, imam van de Idrissa moskee in Dar es Salaam (Tanzania) en een van de leiders van het islamitische activisme sinds de jaren negentig van de vorige eeuw, zich voorstander van deze vorm van jihad. In een programma van radio Kheir (Dar es Salaam) zegt hij tegen een jonge beller: “als je kunt: ga dan!”

Terugkeer van de islamitische staat

Met name binnen de salafistische Ansar Sunna beweging in Tanzania, die streeft naar een terugkeer tot de zuivere islam uit de begintijd, komt deze visie op de jihad als lichamelijke strijd en individuele plicht voor elke gelovige veel voor. Binnen het huidige Swahili discours zijn de vertaling van Maududi’s speech uit 1939 (“Jihad in Islam”) en het pamflet van de Egyptische Faraj met de titel Al-faridah al-Gha’ibah invloedrijk. In de jaren negentig ging de oproep tot jihad gepaard met verwijzingen naar plaatsen die erg ver van Afrika verwijderd zijn: Palestina, Tjsetsjenië en Bosnië. Met de conflictzones in Somalië en nu dus de Centraal Afrikaanse Republiek komt de inzet van de persoonlijke gewelddadige jihad geografisch veel dichterbij het Afrikaanse moslimpubliek.

Hoewel de meeste Afrikaanse moslims het theoretisch eens zijn met deze vorm van jihad als fysieke strijd, wil de meerderheid toch een voorbehoud maken. Volgens hen kun je niet op eigen houtje als “gewone gelovige” (waumini wa kawaida) hiertoe besluiten maar moet je je onderwerpen aan een vorm van islamitisch centraal gezag. Bij de sji’ieten bijvoorbeeld mag alleen een imam of een profeet tot een jihad oproepen. De ideale vorm van dit gezag is de islamitische staat zoals die in Medina gesticht werd door Mohammed en werd voortgezet door de vier kaliefen (632-661). De meest zichtbare sunnitische partij in Oost-Afrika die het conflict in CAR wil oplossen door terug te keren naar deze islamitische staat is de sinds 2009 in Oost-Afrika actieve tak van de pan-islamitische Hizb Ut-Tahrir.

Een Swahili filmpje met Engelse ondertiteling dat door hen gemaakt werd naar aanleiding van het conflict in de CAR noemt nadrukkelijk dat het ontbreken van het schild (ngao) en de bescherming (himaya) die het kalifaat tot en met 1924 (val Ottomaanse rijk) boden heeft geleid tot de huidige slachting. Een actief (sociaal) mediabeleid en bewustwordingscampagnes moeten deze islamitische staat nieuw leven inblazen. Pas dan kunnen ook gewelddadige botsingen tussen christenen en moslims zoals in de CAR opgelost worden. En dat is niet een “Afrikaanse” maar een islamitische oplossing.

T-shirt met de Swahili tekst “wij willen het kalifaat; democratie is gelijk aan kafirdom.” Bron: Facebookpagina Masoud Msellem, 16 mei 2014.

Politiek activisme

Een derde oplossing, die momenteel mogelijk de meeste aanhangers kent, is die van een langzame islamisering van de maatschappij van binnen uit middels onderwijs en politiek activisme. De Tanzaniaanse krant An-Nuur is hier een goed voorbeeld van. Een van de eerste nummers van An-Nuur die iets over het conflict in de CAR meldde had een groot inzetkader met de kop: “Hakuna Jihad CAR” (“geen jihad in de Centraal Afrikaanse Republiek”).

Volgens hoofdredacteur Omar Msangi zijn de oorzaken van de haat tussen christenen en moslims primair politiek. Jihad kan daar weinig aan veranderen. Ook een “Afrikaanse” oplossing heeft geen enkele kans van slagen omdat het merendeel van de soldaten van de Afrikaanse Unie christen is.

Van buitenaf kan een oplossing gezocht worden in pan-islamitische structuren die de rechten van moslimminderheden in Afrika dienen te beschermen. An-Nuur is dan ook een groot voorstander van lidmaatschap van Tanzania van het OIC (Organisation of Islamic Cooperation). Vreemd genoeg is een land als Tanzania met ruim 40% moslims hier geen lid van terwijl Uganda met 12% moslims wel lid is. De CAR (15% moslims) heeft momenteel de status van “observer state,” mogelijk een van de redenen waarom de OIC een speciaal gezant aangesteld heeft die zich met de chaos in het land moet bemoeien (lees hier meer).

Conflict en mediapresentatie

Welke oplossing voor het CAR conflict de verschillende islamitische Swahili media ook propageren, de boodschap wordt sterk beïnvloed door de context en het raamwerk (frame) waarin die gepresenteerd wordt. Vaak illustreren de gebruikte beelden nog sterker de boodschap waarom de “Afrikaanse” oplossing van Timmermans volgens moslimminderheden in Afrika niet gaat werken.

Twee voorbeelden van hoe dergelijke “framing” werkt: An-Nuur citeert te hooi en te gras uit de recente geschiedenis op zoek naar parallellen tussen de slachting in de CAR en eerdere gebeurtenissen. Vooral beeldmateriaal uit de genocide in Rwanda (1994) en de val van Srebenica in juli 1995 worden hiervoor gebruikt. Een voorpagina van An-Nuur uit maart 2014 toont Bosnische moslimweduwen van wie de mannen en zonen vermoord zijn, geflankeerd door een foto van een moslimmoeder die met haar dochter de moordpartij in de Centraal Afrikaanse Republiek probeert te ontvluchten. Een goede verstaander heeft de kop “Les van Srebrenica, Bangui zegt voldoende” al niet meer nodig.

Een tweede voorbeeld toont beelden van de gruwelijkheden in de CAR als illustratie van het imperialistische/christelijke kwaad van met name de Amerikaanse politiek. Het betreft een vertaling van het kritische stuk van Philip Giraldi over het gebruik van de christelijke ideologie in het Amerikaanse leger. An-Nuur plaatst daar foto’s bij die betrekking hebben op recente gebeurtenissen in Afrika. Ook hier is het beeld duidelijk: een Afrikaanse (militaire) oplossing door welke marionetmogendheid dan ook zal betekenen dat christenen beschermd worden en moslims opnieuw het onderspit zullen delven.

Framing: situatie in de CAR wordt met foto’s vergeleken met de burgeroorlog in Bosnië, An-Nuur.

Swahili vertaling van “Religious zealotry runs rampant in the U.S. military” met illustraties uit de CAR, An-Nuur.

0 Comments