Kirgizië en de diversiteit van islam
In de 21 jaar dat de Leidse antropologe Nienke van der Heide onderzoek doet naar de islam in Kirgizië, een voormalige Sovjetrepubliek in Centraal-Azië, zag ze hoe de dagelijks beleefde islam er voortdurend anders wordt ingevuld.
Met meer dan een miljard mensen wereldwijd die zichzelf als moslim beschouwen kent de islam vele verschijningsvormen die zich manifesteren in relatie tot lokale historische, politieke en culturele contexten. Daarbij zorgt de relatie tussen religie en moraliteit voor een dynamische persoonlijke ervaring van islam. De recente geschiedenis van Kirgizië maakt duidelijk hoe de ervaring van islam voortdurend in beweging is.
Het gebied dat nu Kirgizië is werd in de negentiende eeuw bewoond door bergnomaden. Zij leefden in yurts en trokken met hun kuddes van zomer- naar winterdal. Of deze mensen zichzelf Kirgiezen noemden is onderdeel van debat, maar dat zij moslims waren is wel duidelijk: in de rond 1860 opgeschreven verzen van het eeuwenoude Manas epos bezingt men helden die als moslims tegen de heidenen (kapïrs) vechten. Daarnaast wordt deze groep in tsaristische documenten onder ‘de moslims van Centraal-Azië’ geschaard.
Na de socialistische revolutie van 1917 werd elke vorm van religie sterk ontmoedigd, maar veel mensen bleven zich als moslim zien. Ook bleven velen bidden door een soera uit de Koran te reciteren en aansluitend de bescherming van hun voorouders te vragen.
In 1991 viel de Sovjetunie uiteen en werd de republiek Kirgizië voor het eerst in de geschiedenis een autonome politieke eenheid. Dit ging gepaard met economische chaos en plotselinge armoede voor de meeste inwoners. Op zoek naar een weg uit deze malaise werd het creëren van een nieuw gemeenschapsgevoel belangrijk. De Sovjet-gemeenschap was verloren gegaan, maar wat kon ervoor in de plaats komen? Op alle niveaus waren mensen bezig zichzelf en anderen te herdefiniëren in nieuwe allianties van ‘wij’ en ‘zij’. Kirgies nationalisme bleek hierbij een sterke bindingsfactor – ook al sloot het grote groepen inwoners met een andere etnische achtergrond uit. Religie speelde bij het vormgeven van Kirgies nationalisme een grote rol – er was echter niet langer sprake van een eenduidige moslimidentiteit.
Toen ik niet lang na de val van de Sovjetunie in Kirgizië aankwam was het moslim-zijn onlosmakelijk verbonden met het Kirgies-zijn. Dat men (veel) alcohol dronk en worst van varkensvlees at werd lachend vergoelijkt door erop te wijzen dat de Kirgiezen nooit strenge moslims waren geweest, zoals bijvoorbeeld de Oezbeken. Samen met mijn informanten bezocht ik heilige plaatsen, waar de oudste man in het gezelschap een Koransoera reciteerde, Manasvertellers het epos zongen en we onze handen in de rivier legden om onze zorgen aan het water mee te geven. De islam was geïntegreerd in het dagelijks leven, en men hechtte weinig waarde aan islamitische ge- en verboden.
Langzamerhand ontstond er echter een tweedeling in de manier waarop de islam werd beleefd. Aan de ene kant ging het groeiend nationalisme gepaard met de herwaardering van de sjamanistische wortels, aan de andere kant raakten veel mensen onder de indruk van internationale islamitische groeperingen. Islamitische regels kregen een prominentere plek in de manier waarop men zich positioneerde. Gebruiken die voorheen werden gezien als islamitisch werden nu opeens bestempeld als ‘heidens’ - of juist als ‘echt Kirgies’. Het aanroepen van de voorouders en het respect tonen aan de natuur op heilige plaatsen waren niet langer onbetwiste elementen van de Kirgizische vorm van islam – voor de één werden ze haram, voor de ander de juiste manier van leven.
Het is mei 2016. Ik ben te gast bij een genezer in een klein dorp in de voetheuvels van het gebergte dat de grens met China vormt. Malik Arïkbaev is tabïp, een genezer. Ik kom aan op de laatste dag van het herdenkingsfeest voor Malik’s vader. Aan tafel gaat het gesprek over de rol van de imam bij begrafenissen. Malik’s familieleden komen tot de conclusie dat Arabisch geen plek meer moet hebben aan een Kirgizisch graf. De Kirgiezen hebben oude gewoonten bij het begraven van hun doden, zoals het zingen van lange en intens droeve rouwliederen in de yurt waar de dode is opgebaard. Dat een imam uit een ander bergdistrict de rouwzang door mannen heeft verboden wordt met afschuw besproken. Kirgizische tradities moeten gerespecteerd worden, vindt men, en de islam moet dat niet in de weg staan.
De volgende dag staan er mensen voor de deur. Ze zijn uren geleden vertrokken om zich te laten behandelen door Malik. Hij neemt ze mee naar zijn woonkamer en reciteert de Koran, masseert, reinigt aura’s met de rook van jeneverbestakjes en geeft boodschappen van de voorvaderen door. In een mix van religieuze tradities ondersteunt hij de mensen bij hun fysieke en emotionele problemen.
Naderhand zitten Malik en ik in de keuken met een kommetje thee. We hebben het over zijn geneesmethoden en over de groeiende spanning tussen de islam en oude Kirgizische gewoonten. Hij vertelt me dat hij vroeger streng islamitisch leefde en vijf keer per dag bad. Hij ziet dat als een belangrijke etappe in zijn ontwikkeling die hij inmiddels voorbij is. Hij richt zich nu op de oude gebruiken. Maar Malik weigert om één weg als de ware te zien: ieder heeft zijn eigen weg. Zijn familieleden die Kïrgïzchilik boven de islam stellen gaan in zijn ogen te ver - net zoals de imams die gesponsord door Saudi-Arabië en Pakistan de mensen willen verbieden heilige plaatsen te bezoeken.
De spanningen tussen wat gezien wordt als “de ware Kirgizische traditie” en “de ware islam” zal ik de komende jaren blijven volgen, zonder in versimpelde tegenstellingen te vervallen. Alleen al het verhaal van Malik en zijn familie laat zien dat individuen in Kirgizië zich op verschillende wijzen tot een brede waaier van invloeden verhouden. Voor Malik komt genezing voort uit het integreren van kennis en waarden die uit verschillende tradities zijn voortgekomen. En ook dat is islam.
0 Comments