Over de hoofden van Jemenieten
Terwijl het nieuws wordt gedomineerd door de opkomst van IS in Syrië en Irak, staat Jemen op de rand van een burgeroorlog. Het resultaat van het feit dat de politiek al jarenlang over de hoofden van Jemenieten wordt bedreven, meent Laila al-Zwaini.
Coverphoto: muurschildering van Murad Subay.
Bron: revolutionartnow.altervista.org.
Het nieuws over de Arabische wereld lijkt te worden gedomineerd door hoofden. Hoofden die ongelukkige gijzelaars van IS verliezen, hoofden die ook Westerse politici verliezen in reflex-maatregelen tegen oprukkend jihadisme in eigen land. Religieuze hoofden die in cartoons belachelijk worden gemaakt. Arabische staatshoofden die kans zien zich steviger te vestigen ten koste van hun onderdanen, onder de noemer ‘terrorisme-bestrijding’.
Maar tot nu toe lezen we nauwelijks over de hoofden van Jemenieten, wier land zich nu gevaarlijk dichtbij de rand van een burgeroorlog bevindt. Dat is in grote mate te wijten aan het feit dat nationale en internationale politiek in Jemen sinds jaar en dag bedreven wordt over de hoofden van gewone Jemenitische burgers heen.
In de lente van 2012 – in navolging van Tunesië, Egypte, en Libië – slaagden de Jemenieten erin om hun president Ali Abdullah Saleh, die bijna 34 jaar lang ‘danste op de hoofden van slangen’, af te zetten, na wonderbaarlijk vreedzaam verlopen massa-demonstraties. Anders dan in de overige ‘Arabische Lente’-landen wierp de internationale gemeenschap - op initiatief van Jemen’s buren, de Golfstaten - zich op om Jemen door een vreedzame transitie te begeleiden.
De GCC-landen stelden een overeenkomst op, op basis waarvan een Nationale Dialoog Conferentie (NDC) in gang werd gezet onder leiding van de Speciale Gezant van de Verenigde Naties, Jamal Benomar. De NDC vormde een platform voor 565 afgevaardigden van verschillende partijen, regio’s, en maatschappelijke organisaties in Jemen om hun standpunten te formuleren en uit te onderhandelen. De meest omstreden thema’s waren federalisme, een nieuwe Grondwet, de positie van Zuid-Jemen, en de rol van het leger. Tien maanden lang werden de besprekingen gevoerd in een zwaarbewaakt hotel in de hoofdstad Sanaʾa, buiten het zicht van de meeste Jemenieten om.
Intussen hingen de Jemenieten elders andere problemen boven het hoofd: oprukkende Houthi-rebellen vanuit het noorden, Zuid-Jemenitische separatisten, AQAP-terroristen (Al-Qaeda op het Arabisch Schiereiland), binnenlandse vluchtelingenstromen, schrijnende watertekorten, hongersnood. En Amerikaanse drones. Deze onbemande vliegtuigjes worden sinds 2011 door Obama ingezet om terrorisme-verdachten uit te schakelen. Maar omdat de meeste drones op de hoofden van onschuldige burgers vallen, drijven ze vele getraumatiseerde Jemenieten juist in de armen van de terroristen.
Hoe kan het dat de NDC steevast ‘the only game in town’ werd genoemd? Jemen functioneert immers al enige tijd ook als schaakbord van een nog groter spel, de ‘Great Game’ tussen het soennitische Saoedi-Arabië en haar grootste sjiʾitische rivaal, Iran. Beide proberen de Jemenieten in hun sektarische strijd te verwikkelen, waarbij de zaiditische Houthi’s overigens meer tegenstanders van het Saoedische salafisme zijn dan voorstanders van het Iraanse sjiʾisme.
Vooral voor Saoedi-Arabië is de inzet hoog: een poreuze 1.800 km lange grens met Jemen scheidt de Houthi’s en AQAP van haar olierijkdommen. En deze zijn weer van kardinaal belang voor Saoedi-Arabië’s grootste olie-afnemers, de VS en Europa, de ‘Vrienden van Jemen’. De ‘Great Game’ heeft als hoofdrolspelers dus alweer niet de gewone Jemenieten.
Op 21 september grepen de Houthi’s onverwachts de macht. Dit gebeurde nadat Jemen’s eerste gekozen president Hadi de subsidies op brandstof wilde verlagen, waarna het volk weer massaal de straat op ging. De Houthi’s zetten Hadi onder huisarrest, en niet lang daarna nam deze samen met zijn hele kabinet - dat nog maar net aangetreden was - ontslag.
Sindsdien vordert hun opmars gestaag: naar Marib in het oosten, waar soennitische stammen hun wapens al gepakt hebben ter verdediging van hun kostbare energiebronnen olie, gas, en elektriciteit. Naar het zuiden, waar AQAP hen opwacht, en daarachter de zuid-Jemenitische separatisten. En naar de westkust, de Bab al-Mandab, de toegangsader van een strategische handels- en olietransportroute van de Arabische Golf naar het Suezkanaal. Ook Egypte staat daarom al in de stellingen om deze kapitale bron van inkomsten te vrijwaren van mogelijke controle door de Houthi’s.
Naar aanleiding van deze razendsnelle ontwikkelingen bracht de VN Veiligheidsraad op 15 februari jl. een resolutie uit, die de Houthi’s oproept de macht weer terug te geven aan president Hadi, en de dialoog voort te zetten. Complicerende factor is dat Hadi onlangs ontsnapte van zijn huisarrest, en nu vanuit ‘de tweede hoofdstad’ Aden zijn presidentschap weer opeist. En niet te vergeten, de voormalige president Saleh is via de achterdeur ook al lang weer terug in Jemen, en roert zich flink.
De enige weg vooruit in Jemen lijkt desondanks het voortzetten en realiseren van de dialoog, hoe frustrerend, traag en moeizaam ook. En helaas zonder garantie van succes. Maar ditmaal hopelijk wel met open deuren en mogelijk met meer ‘unusual’ gesprekspartners: vrouwen, jongerenleiders, natuurlijk de Houthi's, misschien Saleh..?
Want zoals Barbara Bodine, voormalig ambassadeur van de VS in Jemen, het onlangs verwoordde: de grote fout die de VS – en in haar kielzog de internationale gemeenschap – in Jemen maakt, is het land vooral te zien door de lens van terrorismebestrijding en eigen (olie-)belangen. In plaats van de echte stressoren in de Jemenitische samenleving duurzaam aan te pakken: slecht bestuur en onderontwikkeling.
Inderdaad, en hiermee veronachtzamen wij niet alleen de veiligheid en belangen van Jemenitische burgers, maar zetten deze zelfs op het spel. En dan heb ik een hard hoofd in een betere toekomst voor Jemen.
0 Comments