leidenislamblog

Dit kalifaat kan wel beklijven

Dit kalifaat kan wel beklijven

Een ‘kalifaat’ zegt weinig, maar wat ISIS nu in het noorden van Irak heeft uitgeroepen, kan wel degelijk gevaarlijk zijn, meent Maurits Berger.

Ons vocabulaire is sinds de Rushdie-affaire en met name na ‘9/11’ verrijkt met een schat aan islamitisch-Arabische termen: fatwa, ayatollah, jihad, sharia, takiyya. En nu dan ook kalifaat.

Zou iemand als profeet Mohammed of generaal Saladin of de Ottomaanse sultan Suleiman zich herkennen in het kalifaat dat nu is uitgeroepen in het noorden van Irak en Syrië? Ik denk van niet.

Na het overlijden van de profeet was het leiderschap over de moslimgemeenschap in handen van zijn ‘opvolger’ (kalief). De eerste vier kaliefs werden gekozen, later werd het voortgezet in de vorm van dynastieën. Soms waren er meerdere rivaliserende kalifaten. De laatste lijn van het kalifaat was in handen van de Ottomanen, totdat het formeel werd afgeschaft door Atatürk in 1924. Dit was een radicale gebeurtenis in de geschiedenis van de islam, die echter nauwelijks een rimpeling teweeg heeft gebracht in de moslimwereld van die tijd. Het kalifaat had immers al eeuwen aan gezag en aanzien ingeboet.

Wat nu in Irak en Syrië gebeurt is niet een herleving van het kalifaat dat door Atatürk was beëindigd. Deze moslims wijzen het kalifaat, zoals dat heeft vorm gekregen in dertien eeuwen islamitische geschiedenis, juist af. Dat was immers een opeenvolging van dynastieën, die bovendien territoriale neigingen hadden en vaak een loopje namen met de geboden van God. Dat alles druist volgens de moderne aanhangers van het kalifaat in tegen de leer van de islam.

ISIS wil terug naar het utopische kalifaat van de vroege islam, om precies te zijn de periode tussen 632 en 661 na Christus. De vier kaliefen die toen heersten, waren gekozen uit het midden der moslims en hun wijsheid en geloofsovertuiging hebben inmiddels mythische proporties aangenomen. Het was echter ook onder deze vier kaliefen dat het islamitische rijk werd veroverd en dat theologische geschillen met oorlogen werden beslecht.

De verheerlijkers van het kalifaat kijken echter niet verder dan deze tijd van de vier ‘Rechtgeleide Kaliefen’. In de daaropvolgende periode ontwikkelde de theologie bijvoorbeeld de strenge doctrine dat moslims elkaar nimmer mogen beoordelen op hun geloofsovertuiging, zodat strijd tussen moslims voorkomen zou worden. De notie van jihad veranderde in een leerstuk van gerechtvaardigde verdediging in plaats van aanval. De theologie en het islamitisch recht lieten zich ook steeds meer inspireren door de rationaliteit van de Griekse filosofen. En de achtste en negende eeuw zouden de opmaat zijn voor de Gouden Eeuw van de islamitische beschaving. Hiervan is inderdaad weinig te vinden bij ISIS.

Maar wat is dat kalifaat volgens de ISIS-leer dan wel? Als staatsleer stelt het weinig voor, omdat die in de vroege islam nog niet was ontwikkeld. Ja, er moet een leider – kalief – zijn die zeggenschap heeft over zowel het wereldlijke als het geestelijke welzijn van de moslimgemeenschap. Maar verder zijn er geen voorschriften over instituties of staatsvormen. Het recht dat geldt is het recht van God, de Sharia, maar ook daarover bestaan allerlei interpretaties, variërend van liberaal tot conservatief. Inmiddels is wel duidelijk dat het ISIS-kalifaat een zeer hardhandige interpretatie hanteert.

De notie ‘kalifaat’ schept voor buitenstaanders dus geen duidelijkheid over de toekomstvisie en bedoelingen van ISIS. Het utopische karakter van deze term en de gedragingen van ISIS doen meer denken aan de Russische revolutie dan aan de vroege islam: de oproep aan alle jihad-strijders om zich te verenigen, de nadrukkelijk verklaring dat het uitgeroepen ‘kalifaat’ geen grenzen heeft, de strijd van de underdog tegen een overweldigende overmacht, de wrede omgang met ‘de vijand’, en de vaak positieve reacties van de bevolking die ‘bevrijd’ is.


Als we deze parallel in ons achterhoofd houden, dan is het niet onrealistisch te bedenken dat dit kalifaat wel eens zou kunnen beklijven. Niet omdat het zo’n degelijk alternatief is. Maar omdat het zich bevindt in een vacuüm tussen de Koerden, Turkije, Iran, een Syrië in oorlog en een zuidelijk Irak dat van nepotisme en corruptie aan elkaar hangt.

Niemand zal zich willen branden aan deze doodenge radicalen en iedereen zal juist alles doen om de eigen poorten te barricaderen. En dat geeft de ISIS-leden tijd om te consolideren en zich te bezinnen op wat dat kalifaat precies inhoudt. Het extremistische en militante beeld dat zij uitdragen belooft weinig goeds.

Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad (2 juli 2014).

1 Comment

Alexander de Groot

Waarde collega,

je noties over het Ottomaanse kaliefaat moet je corrigeren. Je zou kunnen zeggen, strak juridisch, heeft Mustafa Kemal Pasja in 1922 het kaliefaat ingesteld t.b.v. prins Abdülmecid Efendi om het in 1924 weer op te heffen. Die opheffing heeft wel degelijk een grote schokgolf door de landen van de Islam veroorzaakt. Met name in Egypte en in Brits Indië, maar ook wel in Nederlands Indië.

Wat Snouck Hurgronje over het Ottomaanse ("schijn-")kaliefaat te berde heeft gebracht sloeg de plank mis, merkwaardigerwijs. Onder de moslims werd het Ottomaanse kaliefaat, hoewel in niet-Arabische, laat staan Kuraisjietische, handen, wel degelijk geaccepteerd als een legitiem noodkaliefaat. Vandaar die sterke reacties in 1924.

De betreurde geleerde Nasr Abu Zaid heeft een vertaling van een degelijk boekje van Abdulgani Sünni Bey uit 1924 ter zake en met een eigen inleiding opnieuw gepubliceerd in 1995 o.d.t.v. "Al-Hilafa....". Voorts is er "La question du califat "in de reeks "Les Annales d l'autre Islam, No. 2" PARIJS 1994. Een verzameling goede artikelen van degelijke geleerden, vele van de INALCO.

In de hoop je van dienst te zijn geweest,

met vriendelijke groet,

De Groot.







































Nederlands Indië