leidenislamblog

Het succes van het vroeg-Islamitische Rijk

Het succes van het vroeg-Islamitische Rijk

Het vroeg-Islamitische Rijk hield 300 jaar lang stand. Nog steeds spreekt het tot de verbeelding van veel moslims. Petra Sijpesteijn ontving onlangs een Europese subsidie van bijna 2 miljoen euro om hier onderzoek naar te doen.

Tachtig jaar na de dood van Mohammed in 632 hadden de Arabieren een gebied veroverd dat zich uitstrekte van de Atlantische Oceaan in het Westen tot het Indiase subcontinent in het Oosten. Deze snelle en indrukwekkende veroveringen hebben veel aandacht gekregen, maar nog interessanter is de vraag hoe de Arabieren erin slaagden om in dat uitgestrekte gebied met verschillende talen, etnische groepen en religies een politieke staat op te bouwen die drie eeuwen zou blijven bestaan.

Tijdens deze periode vond er een economische, culturele en sociale integratie plaats die ook nadat het Islamitische Rijk halverwege de tiende eeuw politiek uiteenviel gehandhaafd bleef. Veel van wat we nu in de Arabische regio zien stoelt op ontwikkelingen die in die eerste eeuwen in gang zijn gezet. Het Islamitische Rijk is tot op de dag van vandaag een belangrijk referentiekader voor veel moslims.

Hoe verklaren we het succes van dat rijk en de blijvende impact ervan? Op die vragen is het onderzoeksproject “Embedding Conquest: Naturalising Muslim Rule in the Early Islamic Empire (600-1000)” gericht (zie ook dit nieuwsbericht).

Beschikbare bronnen

Onderzoek naar de beginperiode van het Islamitische Rijk wordt belemmerd door een gebrek aan toegankelijke bronnen. De oudste bewaard gebleven officiële bronnen – kronieken, juridische traktaten, theologische verhandelingen e.d. – dateren uit de negende eeuw, twee eeuwen na de dood van Mohammed en de vroegste Arabische veroveringen.

Die bronnen zijn in een tijd geschreven waarin allerlei ideeën over de begintijd van het Islamitische Rijk en de ontwikkeling van de islam al uitgekristalliseerd waren. Bovendien werden ze geschreven toen Baghdad hoofdstad van het Islamitische Rijk was en er een andere dynastie – de Abbasieden – aan de macht was. Dit maakt die geschreven bronnen onbetrouwbaar voor het reconstrueren van de vroegste geschiedenis van de islam en het Islamitische Rijk.

Gelukkig zijn er ook andere bruikbare bronnen beschikbaar, maar die zijn lang niet zo bekend en goed bestudeerd. Dit zijn documenten, waaronder officiële en privébrieven, petities, huwelijkscontracten, scheidingsakten, verkoop- en huurcontracten, lijsten van belastingbetalers, gevangenen, soldaten, maar ook informele notities en boodschappenlijstjes. Die documenten zijn geschreven in de vele talen die in het Islamitische Rijk gesproken werden – Grieks, Koptisch, Arabisch, Perzisch, Turks, Bactrisch, Judeo-Arabisch, Judeo-Perzisch, Sogdisch – op papyrus, leer, perkament en papier.



De documenten werden voor beperkte tijd gebruikt en waren nooit bedoeld om bewaard te blijven voor latere generaties. Als ze niet meer relevant waren werden ze simpelweg weggegooid. De meeste zijn dan ook verdwenen, maar op sommige plaatsen waar de klimatologische omstandigheden het toelieten zijn ze bewaard gebleven, bedekt onder lagen woestijnzand of in droge berggebieden totdat ze eeuwen later ontdekt werden.

Deze documenten bieden ons directe toegang tot het verleden. Ze geven de gebeurtenissen weer in hun rechtstreekse schriftelijke weerslag, zonder latere politieke, theologische of sociale inkleuring. Bovendien vertellen de documenten vanuit een uniek “bottom-up” perspectief over alledaagse gebeurtenissen en mensen die in de officiële bronnen niet voorkomen.

Sociale cohesie

Op deze documenten zal het project zich concentreren om het succes van het Islamitische Rijk te verklaren. Onderzoek naar wereldrijken heeft laten zien dat politieke macht in de premoderne tijd niet kan blijven bestaan op basis van dwang en geweld alleen. Legers en dwangmaatregelen waren simpelweg niet efficiënt en uitgebreid genoeg om onderdanen tot gehoorzaamheid te dwingen. Een overtuigingsoffensief met sociale, religieuze, culturele en politieke programma’s was essentieel.

Door mooie gebouwen neer te zetten, imposante inscripties over de waarden van het Rijk aan te brengen, teksten te verspreiden over de goedheid en vroomheid van de heerser, maar ook door middel van sociale en economische programma’s en de instelling van een goed functionerende rechtspraak en andere overheidsinstanties, creëerden de machthebbers een gevoel van saamhorigheid onder de onderdanen en verbondenheid met de leiders. Uiteindelijk was het doel om onderdanen onderdeel uit te laten maken van een rijk waarin ze zich geen onderdaan maar belanghebbende voelden.

Het Islamitische Rijk lijkt daar uitzonderlijk goed in te zijn geweest. Alle bevolkingsgroepen werden bij het Islamitische Rijk betrokken, zodat hun belangen met die van het Rijk verweven raakten en het voortbestaan van het Rijk ook in hun belang was. Voor iedereen, ook voor niet-moslims, was een plek in het Rijk, met bijbehorende rechten en plichten. Een interessante vraag is hoe de verschillende groepen aan boord van het Islamitische Rijk gebracht en gehouden werden. Welk sociaal normensysteem maakte deze betrokkenheid en inclusiviteit mogelijk?

Met behulp van documenten uit het dagelijks leven – waarvan er tientallen bestaan, veelal ongepubliceerd en nog niet bestudeerd – kan de vroege geschiedenis van het Islamitische Rijk van binnenuit gereconstrueerd worden. Zo kunnen we erachter komen waarom het Islamitische Rijk als politieke eenheid drie eeuwen bleef bestaan – en als model en ideaal nog veel langer.

1 Comment

Margreet Steiner

Het verbaast me een beetje dat de archeologie niet genoemd wordt als een van de bronnen die gebruikt kunnen worden. Of gaat dit project uitsluitend over schriftelijke bronnen?