leidenislamblog

Hoe noemen we inwoners van Nederland met een Marokkaanse migratie­achtergrond?

Hoe noemen we inwoners van Nederland met een Marokkaanse migratie­achtergrond?

Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond worden in de media zowel ‘Marokkaanse Nederlander’ als ‘Nederlandse Marokkaan’ genoemd. Daar moeten we van af, vindt Jan Hoogland.

Het verbaast me regelmatig hoe de media of vertegenwoordigers van de overheid verwijzen naar inwoners van Nederland van wie de wortels in Marokko liggen. Zowel de term Marokkaanse Nederlander als Nederlandse Marokkaan wordt gebruikt, soms zelfs door elkaar.

Een Google-search naar enkele BMN’ers (of BNM’ers) leverde het volgende op:

Marokkaanse Nederlander Nederlandse Marokkaan

A. Marcouch 1170 598
A. Aboutaleb 1100 400
A. Benali 415 159

Grofweg kunnen we dus stellen dat de term ‘Marokkaanse Nederlander’ zeker twee keer zo vaak wordt gebruikt als de term ‘Nederlandse Marokkaan’.

Op het eerste gezicht lijkt het verschil tussen de twee termen misschien onbeduidend, maar ze drukken wel degelijk iets anders uit. Het zelfstandig naamwoord vormt namelijk de kern van hetgeen je benoemt. Als je iemand een Nederlandse Marokkaan noemt, is de kern van wat je hem noemt het zelfstandig naamwoord 'Marokkaan', en het adjectief 'Nederlands' is een nadere specificatie.

Maar we hebben het over mensen die vaak in Nederland zijn geboren en opgegroeid, en die hier werken of studeren. Mensen die, zoals studenten wel eens vertellen, zich bij een bezoek aan Marokko pas realiseren hoe Nederlands ze eigenlijk zijn. Een student die een poosje bij het NIMAR in Rabat verbleef, vertelde: "Marokko zal altijd een speciaal plekje in mijn hart houden als het geboorteland van mijn ouders, maar Nederland is mijn land, waaraan ik wil bijdragen." Noem je zo iemand nu een Nederlandse Marokkaan?

In een Facebookpeiling onder de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap lijkt de voorkeur overwegend uit te gaan naar de aanduiding ‘Nederlander van Marokkaanse afkomst.’ Verder is er een lichte voorkeur voor ‘Marokkaanse Nederlander’ boven ‘Nederlandse Marokkaan’. Maar een veelvoorkomende reactie is ook dat het er maar vanaf hangt in welk land je je bevindt: "In Nederland ben ik een Marokkaanse Nederlander, in Marokko ben ik een Nederlandse Marokkaan." Dat drukt kennelijk een gevoel uit van behoren tot het land waar je op dat moment leeft en functioneert, al dan niet tijdelijk, terwijl tegelijkertijd zichtbaar is dat je ook een achtergrond van elders met je meedraagt. Ik heb begrepen dat Marokkaanse Nederlanders, als zij op vakantie in Marokko zijn, feilloos worden herkend als 'buitenlandse Marokkanen' door de 'echte Marokkanen'.

Dit illustreert maar weer eens dat een persoon niet één identiteit heeft, en niet één nationaliteit. Als ik in Marokko ben, voel ik mij geen toerist. Ik ben er reisleider geweest, heb er jaren lang gewoond, ik spreek de ta(a)l(en), etc. Toch ziet de gemiddelde Marokkaan in mij een blonde man, ongetwijfeld een toerist. Anderzijds word ik in Schotland misschien door een local aangesproken omdat die denkt dat ik ook een local ben, terwijl ik daar juist als toerist aan het rondkijken ben.

Ik kan dus niet alleen meerdere identiteiten hebben in mijn eigen ogen; de perceptie die ik op een bepaald moment van mezelf heb, kan ook nog eens drastisch verschillen van de perceptie die iemand anders op hetzelfde moment van mij heeft.

En zo kom ik waar ik heen wil: met een benaming druk je een perceptie uit. Zie je een persoon als medeburger van Nederland, dan druk je dat uit in de benaming en noem je die persoon in elk geval ‘Nederlander’. Zie je zijn achtergrond (soms al twee generaties terug) doorschijnen in zijn uiterlijk of zijn naam, en vind je dat zo belangrijk dat je hem ‘Marokkaan’ wilt noemen? Wees je er dan van bewust dat je er mee aangeeft dat je hem niet in de eerste plaats als Nederlander ziet.

Beide benoemingen komen voor, dus kennelijk is er sprake van twee verschillende percepties. Daar moeten we van af. NRC-columnist Joshua Livestro omschreef het recentelijk zo: “Wie hier komt wonen en aangeeft erbij te willen horen, zou gewoon ‘Nederlander’ moeten worden genoemd… Willen we werkelijk dat integratie slaagt? Dan zullen we dat ook in ons taalgebruik tot uitdrukking moeten brengen, met begrippen die het integratiestreven van de nieuwkomer nadrukkelijk belonen.”

Willen we een inclusieve samenleving zijn, en dat willen de meeste mensen blijkens het SCP-rapport 'De Sociale Staat van Nederland', dan moet dat blijken uit de benaming. Noem iedereen met een Nederlands paspoort die in Nederland woont en leeft ‘Nederlander’, met, indien nodig, een adjectief Marokkaans, Turks, Surinaams, Indonesisch, Duits, Frans, Brits etc. Dus vanaf nu alleen nog ‘Marokkaanse Nederlander’, ‘Turkse Nederlander’ etc.

Tenslotte. Ik begrijp goed dat sommigen nog liever ‘Nederlander met een Marokkaanse achtergrond’ zouden horen, maar hiervoor geldt een simpel bezwaar: dat is in de praktijk te omslachtig.

Wat vind jij? Geef je mening in de comments.

4 Comments

Jan Beerenhout

Het enige criterium hoort te zijn: de nationaliteit.
NB een paspoort is GEEN bewijs van je nationaliteit!
De Grondwet bepaalt wie er Nederlander,
met alle daarbij behorende plichten en rechten, is.
Art.1 van de GW lid 2, bepaalt de naturalisatievereisten
in eerste instantie.

Stanly Oomen

Bijna alle Vrouwen met marokkaanse roots zijn aardig, maar de marokkaanse man is bijna een nachtmerrie; je kan er bijna geen vertrouwen, ze roddelen er op los, ze denken dat ze over hun familie kunnen heersen, etc. Als er alleen maar mannen in Marokko zouden wonen, zou ik het nooit in mijn hoofd hebben gehaald om hier langere tijd te verblijven. De Nederlandse man, daarentegen, is veelal alleraardigst.

Fawaz Salim

We moeten af van de vermelding van etnische-afkomst. We zijn allemaal Nederlanders. Hetzij hier geboren, gestudeerd of werkt. Wij houden van dit land en wensen absoluut niet in hokjes geplaatst te worden. Mensen die van labels houden; de “apartheid-Nederlander” noem ik het, meten met twee maten: noemen ze koningin maxima een Argentijns-Nederlander? Neen!

Rob Ermers

Ik lees in het citaat van Livestro een wat mij betreft storende extra voorwaarde: de immigrant moet wel ‘aangeven’ erbij te willen horen.

Op die manier maakt hij, schrijft Livestro, zijn ‘integratiestreven’ (aha) kenbaar dat ‘we’ moeten ‘belonen’.

Dus de immigrant die dat streven niet ‘aangeeft’ of zijn ‘aangeven’ (hoe gaat dat ‘aangeven’ eigenlijk?) dan wel zijn ‘integratiestreven’ wordt door ons (wij) - lees: de autochtone Nederlanders - niet begrepen, die hoeven we geen Nederlander te noemen. Helaas, pindakaas.

Het Nederlander genoemd worden heeft zo te lezen dus het karakter van een gunst. Die gunst hangt af van hoe ‘we’ het individu zien en hoe ‘we’ zijn/haar ‘integratiestreven’ zien, interpreteren en waarderen. Als je goed scoort, noemen we je ‘Nederlander’. Dus: doe je best!

Dat zijn voorwaarden waaruit een neerbuigendheid spreekt waarvoor veel mensen zullen passen. De voorwaarden om een duidelijk integratiestreven te laten zien en klip en klaar ‘aangeven’ ‘er’ bij te willen horen geldt immers niet voor autochtone Nederlanders. Die hoeven niets aan te geven of kennelijk na te streven - zelfs als ze in de gevangenis belanden zijn ze nog steeds ‘Nederlander’.

Dus ja, ik ben het ermee eens dat het enige criterium het paspoort (of de verblijfsvergunning) mag zijn. Verder geen voorwaarden.

Er duiken vanzelf mensen op met wie je kunt opschieten, of niet. En of iemand wat betekent voor de samenleving of voor zijn of haar medemensen of niet, hoeven we niet per se continue te beoordelen.