Hoe on-Nederlands is de sfeer in Duindorp eigenlijk?
De reportage van Omroep West over racistische incidenten in Duindorp leidde tot een ware mediahype. Als zou het hier om een uitzondering gaan. Maar hoe on-Nederlands is de stemming in Duindorp eigenlijk, vraagt Heleen van der Linden zich af.
PVV-leider Geert Wilders moet zijn vingers hebben afgelikt bij de reportage die Omroep West op 17 april maakte in de Scheveningse wijk Duindorp, een overwegend blanke enclave met zo’n zesduizend inwoners. De reportage, getiteld “Allochtonen stelselmatig weggepest uit Haagse wijk Duindorp,” werd door vrijwel alle landelijke media gretig opgepikt, en de citaten en uitspraken vlogen je om de oren. Zo verklaart ene Duindorpse Nico het toe te juichen dat er ramen worden ingegooid “als er zo’n klapperaap komt.” Nico: “Zodra er een boerka komt met een kameel, gooi in, wegwezen, opruimen!”
Wat echter opvalt in de meeste berichtgeving is dat Duindorp wordt afgeschilderd als een soort buitenaardse planeet; een volstrekt afwijkend en bizar stukje Nederland, bewoond door “racistische tokkies” en “white trash.” Duindorp als Legoland, Mars, kermisattractie. Ter vermaak en verbazing van de mediaconsumenten, voor wie dergelijke uitspraken en gedachten zogenaamd totaal vreemd zijn.
Het wil er bij velen in Nederland blijkbaar maar niet in dat een deel van de bevolking in Nederland om welke reden dan ook niet veel moet hebben van “andere” culturen en/of religies. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit de reacties van politiek en media op de recente opiniepeiling van Maurice de Hond, uitgevoerd in opdracht van de PVV. De Hond deed een steekproef onder 2500 Nederlanders en kwam op 21 april met de conclusie op de proppen dat 43 procent liever minder Marokkanen wil. Een dag later verklaarde PvdA-leider Diederik Samsom in de Volkskrant “geen bal” te geloven van de peiling. Hij legde de “schuld” bij de initiatiefnemers – de PVV – en de vraagstelling van De Hond: “Als je een platte vraag stelt, krijg je een plat antwoord.”
Ook Trouw-columniste Elma Drayer bekritiseerde de peiling. In haar column van 25 april wijst ze op een eerdere peiling van De Hond op 23 maart, net na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart. Hieruit bleek dat 72 procent van de bevolking de uitspraken van Wilders jegens Marokkanen op de verkiezingsavond, toen hij de zaal “minder, minder, minder” liet scanderen, niet acceptabel vond. Vijftien procent verklaarde te overwegen daarom niet (meer) op de PVV te stemmen. Drayers boodschap: de peilingen van De Hond gaan alle kanten op. En bovendien, hij had deze opdracht beter niet kunnen uitvoeren.
Nu zit de heer De Hond er inderdaad nogal eens naast. Maar betekent dit dat media en politiek de uitkomsten moeten bagatelliseren, om het hardst moeten roepen dat het onderzoek niet deugt en dat het ondenkbaar is dat een deel van de Nederlanders er dergelijke denkbeelden op nahoudt? Nee, als je het mij vraagt. Duindorp en peilingen zoals deze confronteren ons met een realiteit, hoe vervelend en schokkend sommigen dat ook mogen vinden.
Hoe je ook over de wetenschappelijke kwaliteiten en de persoon van De Hond denkt, hij heeft een punt als hij in een reactie op alle ophef, onder de kop “Struisvogelpolitiek,” op zijn blog schrijft: “Mijn beide ouders hebben Auschwitz overleefd. Als ze over de oorlogsperiode vertelden dan waren ze als het ware nog geschokter over het gedrag van Nederlanders in de oorlog dan van de Duitsers. ‘De Duitsers kenden we niet van voor de oorlog’ zeiden ze, ‘maar de Nederlanders wel.’ Politieagenten die mijn vader voor de oorlog persoonlijk kenden, waren Jodenjagers geworden. Zij haalden mijn vader van zijn onderduikadres op waar hij verraden was door buren.” Zijn punt: het is goed om te weten hoe de wereld er werkelijk uitziet.
Het is waar dat het eeuwige vergelijken van “afkeer” jegens “allochtonen” anno nu met de vervolging van joden in de Tweede Wereldoorlog op den duur vermoeiend wordt en niet bijdraagt aan een oplossing. Ook is het waar, zoals Alexander Pechtold verklaarde, dat de werkelijkheid genuanceerder is dan de uitkomsten van het onderzoek van De Hond en dat een dergelijke peiling geen oplossing biedt. Anderzijds, de peiling is niet bedoeld als oplossing. De oplossing van een probleem, in dit geval het voorkomen van een gepolariseerd land waarin mensen elkaar het leven zuur maken wegens afkomst of religieuze opvattingen, begint met de erkenning dat er weleens een probleem zou kunnen zijn, en het beter bestuderen van de maatschappelijke werkelijkheid.
1 Comment
Inderdaad, Heleen, en heel goed dat je dit schrijft.
Ik zal je blog delen op facebook.
Groet,
Sytske.