leidenislamblog

Nederland en Marokko, een partnerschap met ups en downs

Nederland en Marokko, een partnerschap met ups en downs

De relatie tussen Nederland en Marokko stond tot voor kort flink onder druk. Gelukkig is er in september 2015 een akkoord bereikt. Een voortzetting van de banden tussen beide landen is om vele redenen noodzakelijk.

Begin 2014 ontstond een flinke diplomatieke rel tussen Marokko en Frankrijk. Aanleiding vormde de uitspraak van een Franse ambassadeur die Marokko vergeleek met een maîtresse: je slaapt ermee, maar je houdt niet echt van haar. Zo waren er nog een paar incidenten die de band tussen beide landen behoorlijk verziekten. Met als gevolg dat Marokko per onmiddellijk alle justitiële samenwerking met Frankrijk stopte, en dat in de tijd van de aanslag op Charlie Hebdo.

De relatie die Nederland met Marokko heeft is minder innig dan die van Frankrijk. Wij spreken toch meer over partnerschap dan over een echtelijke of buitenechtelijke relatie. Maar ook deze partnerschapsrelatie kent zijn ups en downs. Een heuse relatiecrisis is gelukkig eind september 2015 op het laatste nippertje afgewend. Net op tijd heeft minister Asscher bekendgemaakt dat hij overeenstemming heeft bereikt met Marokko over wijziging van het bilateraal verdrag inzake sociale zekerheid, en dat het verdrag dus niet eenzijdig zal worden opgezegd. En eveneens op het allerlaatste moment heeft minister Bussemaker in juni aangekondigd dat het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR) niet op 1 juli 2015 hoefde te sluiten.

Als beide ontwikkelingen wel waren doorgezet zouden ze een duidelijk signaal aan Marokko zijn geweest dat het land voor ons niet erg belangrijk is als partner, terwijl Marokko juist wel waardevol is voor Nederland. Er zijn nu bijna 400.000 Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond, wat betekent dat beide landen tot in lengte van jaren een nauwe relatie zullen houden met veel verkeer in beide richtingen.

Een goede relatie met Marokko is voor Nederland om allerlei redenen belangrijk. Naast de sociale zekerheid zijn er vele andere beleidsterreinen waarop we de medewerking van Marokko hard nodig hebben. Zo vindt er op grote schaal justitiële samenwerking plaats: processen van Marokkaans Nederlandse criminelen die naar Marokko gevlucht zijn, maar ook strafrechtelijke onderzoeken. Ook in verband met internationale terrorismebestrijding is samenwerking pure noodzaak gezien de herkomst van een aantal plegers van terroristische aanslagen in Europa en van een groot deel van de Syriëgangers. De veiligheidsdiensten van Europese landen werken al intensief samen met de Marokkaanse diensten. Nederland en Marokko zullen samen voorzitter zijn van het Global Counterterrorism Forum (GCTF). Als we dat voorzitterschap tot een succes willen maken (iets waar beide landen ook een rechtstreeks belang bij hebben) is een goede werkrelatie met de co voorzitter wel een eerste vereiste.

Eerder dit jaar voerde minister Asscher gesprekken in Rabat over de manier waarop Marokko de islam wordt ‘gemanaged’ teneinde radicalisering en extremisme te beperken. Hiervoor is internationaal veel belangstelling. De Marokkaanse variant van de islam staat internationaal te boek als gematigd. De opleiding van geestelijk leiders in Marokko staat model voor andere landen of deze landen sturen kandidaten voor een imamopleiding naar Rabat.

Op academisch terrein heeft het NIMAR in de afgelopen jaren een groot aantal wetenschappelijke onderzoeksprojecten gefaciliteerd en vele studenten Arabisch en sociale wetenschappen hebben intensief kennis gemaakt met de Marokkaanse samenleving door een aantal maanden aan het NIMAR te verblijven. Deze kennis en ervaring komen in Nederland weer van pas bij het denken over oplossingen voor het integratievraagstuk. Deskundigheid over islam en de regio is in deze turbulente periode onmisbaar voor Nederland. Het NIMAR kan zorgen voor gevarieerde en deskundige input en facilitering voor de door Nederland gewenste verbreding van de relatie. Die verbreding kan tot uiting komen in activiteiten gericht op cultuur, onderwijs en wetenschap en jeugd.

Tenslotte doet Marokko het economisch goed en er zijn verschillende terreinen waarop Nederland en Marokko profijtelijk samenwerken: watermanagement, logistiek, arbeidsintensieve maakindustrie. Marokko ambieert een toegangspoort naar Noordwest Afrika te zijn. De Marokkaanse koning is regelmatig op bezoek in landen in de regio, het land kan fungeren als een springplank voor het Nederlandse bedrijfsleven richting dit deel van Afrika.

Kortom, beide partners delen veel belangen. In elke relatie moet je investeren, dat is wat Nederland nu terecht doet.

1 Comment

Alie Verbaas

Tolerantie = begrip en acceptatie, dus wederzijds en wederkerig.