leidenislamblog

#Nietmijnislam

#Nietmijnislam

Op woensdagavond 7 januari, de dag van de aanslag op Charlie Hebdo, lanceerden een aantal Nederlandse moslims de Facebookpagina #Nietmijnislam. Mostafa Hilali, een van de initiatiefnemers, legt uit waarom.

De aanslagen in Parijs staan bij iedereen nog scherp op het netvlies. Tijdens de drie dagen durende terreur in en rondom Parijs werden 17 mensen gedood. Dit gebeurde terwijl de daders luidkeels de grootsheid van Allah bejubelden. Het waren terroristische aanslagen op onschuldige mensen, op journalisten, op onze gezamenlijke normen en waarden, op onze rechtsorde, op de vrijheid van meningsuiting, en op de islam.

Ja, het waren aanslagen op de islam: op het imago, de nobelheid, de heiligheid en op de essentie van de islam, namelijk het concept van barmhartigheid. Tijdens de aanslag op Charlie Hebdo was een van de slachtoffers Ahmed Merabet, een politieagent met waarschijnlijk een islamitische achtergrond, of in ieder geval een Fransman met wortels in een moslimland. Hij werd genadeloos geëxecuteerd terwijl hij om genade en barmhartigheid vroeg. Bijna elke soera in de Koran begint met de woorden: “In de naam van God, de Erbarmer, de Barmhartige.” De terroristen kenden geen genade. Ook al claimden zij in naam van Allah te handelen, zij hebben nooit de essentie van Allah en de islam – barmhartigheid – begrepen.

Barmhartigheid is iets wat zich op deze noodlottige dag in Parijs echter wel degelijk manifesteerde, in de vorm van de keuzes en daden van een jonge moslim, Lassana Bathily. Hij verborg een groepje mensen in de kosjere winkel waar een gijzeling plaatsvond. Met gevaar voor eigen leven wist hij uit de winkel te ontsnappen en de politie van relevante informatie te voorzien. Lassana is iemand die de essentie van de islam wel heeft begrepen. Hij begreep wat barmhartigheid is en handelde ernaar.

Natuurlijk was dit niet de eerste aanval van terroristen op de islam. Wereldwijd vallen zij keer op keer moslims aan. Of het nu ISIS is die sjiieten vermoordt, Boko Haram die moslims doodt omdat zij zich niet willen onderwerpen aan draconische wetgeving, of de Taliban die moslima’s aanvalt omdat ze naar school willen. Overal zien we dat moslims in deze strijd net zo goed slachtoffer zijn als andere groepen. Toch werden daags na de moorden in Parijs moslims weer opgeroepen om zich uit te spreken en afstand te nemen. Het was geen nieuw geluid; we horen het al jaren.

Het blijft vreemd om moslims op te roepen om afstand te nemen van extremisten. Sterker nog, de oproep impliceert dat er pas afstand tussen een moslim en een extremist kan zijn als die moslim dat onderscheid maakt. Waarom kan moslims niet vanuit een positieve grondhouding het voordeel van de twijfel gegeven worden? Of kijk eens naar wat de terroristen doen. Die vallen moslims net zo gemakkelijk en hard aan als andere groepen, dus klaarblijkelijk zien zij allang afstand!

Veel moslims spreken zich niet uit omdat ze zich gewoon niet verbonden voelen met de terroristen. Sommige moslims zien afstand nemen als een vorm van schuld bekennen; waarom zouden ze dat moeten doen voor een misdrijf dat ze niet gepleegd hebben? Ook horen moslims vaak: “Als je je niet uitspreekt, dan ben je het ermee eens.” Of zoals laatst iemand op Facebook zei, het gezegde “Wie zwijgt stemt toe” is hier van kracht. Dat zal voor een klein aantal individuen zeker gelden, laten we daar eerlijk over zijn. Maar zou het automatisch voor alle moslims gelden die zwijgen? Een interessante maar zeer kwalijke suggestie.

En laten we ook niet vergeten hoe het met de toon zit. Laatst zei iemand mij dat afstand nemen ook een geruststelling zou zijn voor bange niet-moslims. Ik vond dat een interessante insteek. Dit is een roep om hulp in plaats van een eis tot verantwoording en daar kan ik wat mee. En met mij denk ik vele andere moslims. Maar zal er ook een geruststelling komen voor die moslims die bang zijn geworden van alle islamofobie en toename van geweld tegen moskeeën en moslims?

Het initiatief #Nietmijnislam is geboren vanuit een aantal mensen die deze zoveelste aanval op de mensheid en de islam als de spreekwoordelijke druppel hebben ervaren. Wij zijn moslims die Nederland en de islam liefhebben. We behoren tot de meerderheid van moslims die zijn groot gebracht met het idee dat de islam een religie van vrede is. We hebben genoeg van diegenen die onze religie hebben gekaapt en de islam verminken met hun extreme ideeën en interpretaties. Zij die ons, moslims en niet-moslims, bedreigen en kwetsen omdat wij niet willen leven als zij. Deze personen en groepen claimen dat hun gewelddadige daden gerechtvaardigd worden door de islam. Die gevaarlijke en onjuiste interpretatie van de islam uit zich in intolerantie, onverdraagzaamheid, dwang en geweld. Wij weigeren om geassocieerd te worden met moordenaars die claimen dat hun gruweldaden in onze naam en die van de islam gepleegd moeten worden. Tegen hen roepen wij: “Dit is niet mijn islam.”

Maar wij doen ook een oproep aan niet-moslims. Laten we samen optrekken om extremisten die onze vreedzame geloven en ideologieën kapen om verdeeldheid en haat te creëren een halt toe te roepen. Niet omdat het moet van mij, van ons of van iemand anders, maar omdat samen de enige manier is om uiteindelijk te winnen van extremisten die ons willen verdelen.

#Nietmijnislam

8 Comments

Benny

Ik las hier een artikel over

Tjenk.nl/radicalisering

Zo hoort het

Ahmed Lazaar

Deel 3:

Neerkijken op mensen leidt naar de hel

Het vroegst gerapporteerde geval van arrogantie, is dat van Iblis (Satan). De Koran vertelt hoe nadat Adam (geschapen uit klei) de naam van alle dingen geleerd had, God alle Engelen (geschapen uit licht) en alle Jins (geschapen uit rookloos vuur) samenriep om getuige te zijn van Zijn ondervraging van Adam. Toen die overal een juist antwoord op gaf, beval God alle aanwezigen voor Adam te buigen als teken van respect. Eén Jin, Iblis genaamd, weigerde. Op hooghartige toon antwoordde hij dat God toch niet van hem kon verwachten dat hij, die uit rookloos vuur geschapen was, zou buigen voor een wezen dat uit een hoopje vuil (klei) gemaakt was.

"Hij zei: "Ik ben beter dan hij, U hebt mij uit vuur geschapen en hem hebt U uit klei geschapen." (Koran 7:12)

Als straf voor deze hooghartige impertinentie, werd Iblis naar de hel verbannen. Maar Iblis vroeg God om uitstel van zijn straf tot op Oordeelsdag, met de belofte dat hij er tegen dan zou in slagen de meeste mensen te doen afdwalen van het pad van God om zijn pad van arrogantie te volgen. God stond Iblis dit verzoek toe.

Dit verhaal is meteen de grootste waarschuwing tegen arrogantie: ze wordt geassocieerd met de Duivel. Het pad van de zelfingenomen verwaandheid, van het neerbuigend doen tegenover anderen, wordt aanzien als het pad van Iblis dat recht naar de hel leidt. Wie in de hemel wil geraken, mag dus niet verwaand zijn en mag geen racist of elitist zijn:

De Profeet zei: wie trots in zijn hart heeft gelijk aan het gewicht van een kleine atoom, zal nooit het Paradijs binnengaan. Iemand vroeg hoe het dan zit met een man die graag mooie kleren en fijne schoenen draagt, en de Profeet antwoordde: God is mooi en houdt van schoonheid. Dan legde hij uit dat trots betekent: het verwerpen van de waarheid omwille van eigendunk of het neerkijken op andere mensen. (Muslim).

Epiloog

Het wereldbeeld van een muslim is er een waarin God centraal staat. Alles wordt vanuit dit perspectief bekeken. Wanneer men de vraag stelt wie meer waard is dan een ander, dan wordt in werkelijkheid gevraagd: wie is voor God meer waard dan een andere. Het antwoord is duidelijk: voor God zijn alle mensen gelijk, ongeacht taal, geloof, etniciteit, enz. Het enige wat voor God telt, is vroomheid en het verrichten van goede daden, en daarover kan enkel God zelf oordelen. De Koran legt dan ook een stevige basis voor een wereldbroederschap van alle mensen, op voet van gelijkheid, ongeacht geloof, nationaliteit, taal, ras, rijkdom of wat dan ook. De Koran verklaart deze diversiteit van mensen immers als zo gewild door God: God heeft de mensen verschillend gemaakt, niet opdat ze elkaar zouden bestrijden, maar opdat ze elkaar zouden leren kennen. Dit is een opdracht tot aanvaarding, toenadering en dialoog op basis van gelijkheid. In de Islam is racisme dan ook ontoelaatbaar. Het wordt omschreven als onwetendheid, in de zin van ongeloof, en als pad dat recht naar de hel leidt.

Ahmed Lazaar

Deel 2:

Reden van de diversiteit: elkaar leren kennen

De Koran geeft de reden aan voor deze door God ingestelde diversiteit:

"O mensen, Wij hebben jullie uit een man en een vrouw geschapen en Wij hebben jullie tot volkeren en stammen gemaakt opdat jullie elkaar zouden kennen... (Koran 49: 13).

Hiermee wordt aangegeven dat God de diversiteit geschapen heeft opdat mensen elkaar zouden leren kennen, niet om elkaar te bestrijden of te pogen elkaar te overheersen. Dit vers houdt de opdracht in, het anders-zijn van anderen te aanvaarden, en met hen een dialoog aan te gaan, op voet van gelijkheid.
Individueel gedrag (en niet ras, afkomst, enz) als basis voor succes (hier en later)
Het voorgaande vers, dat mensen ertoe aanzet de door God ingestelde diversiteit aan te wenden om elkaar te leren kennen, heeft nog een tweede deel:

"... De voortreffelijkste van jullie is bij God de godvrezendste. God is wetend en welingelicht." (Koran 49: 13).

De Koran vestigt hiermee meteen ook het individuele gedrag als bron voor een geslaagd leven - en niet het behoren tot een of andere groep, natie enz. Wie godvruchtig is en volgens de goddelijke geboden leeft gaat naar de hemel, anderen gaan naar de hel. Het maakt daarbij niet uit tot welke ras of volk men behoort, of men rijk of arm is, man of vrouw, blank of zwart, het maakt zelfs niet uit tot welk geloof men behoort, vermits eenieder die in God gelooft en deugdelijk handelt naar de hemel kan gaan. 'Taqwa' (rechtvaardigheid, godsbewustzijn) is volgens de Koran waar het allemaal om draait, en daar zal God alle mensen op beoordelen. Een Muslim wordt bijgevolg aangemoedigd om zich in alle aspecten van zijn leven, op elk moment, bewust te zijn van God, zodat zijn handelen in alles gestuurd zou worden door Gods Geboden. Maar enkel God kan over deze piëteit oordelen. De 'muttaqûn' - dat zijn mensen met meest 'taqwa' - vormen dus geen klasse apart in de samenleving. In afwachting van de Oordeelsdag, moeten mensen elkaar allemaal als gelijkwaardig beschouwen en het oordeel over de 'taqwa' van de mensen overlaten aan God. Gelijk welke prestatie, gelijk welk bezit, scholingsgraad, jobtitel, huidskleur, nationaliteit, of wat dan ook, volgens de Koran kan niets daarvan een mens meer waard maken dan een ander.
2. Ontraden en verbieden van elitisme en racisme

Mohamed veroordeelde raciale trots
Voor de komst van de Profeet Mohamed, hadden nogal wat Arabieren de neiging neer te kijken op anderen, voornamelijk op Afrikanen. Racisme en bewustzijn van de eigen huidskleur waren prominent aanwezig. De Profeet keurde dit herhaaldelijk krachtig af.

De Profeet zei: "je moet naar je leider luisteren en hem gehoorzamen, zelfs al is hij een Ethiopische slaaf wiens hoofd de kleur van een rozijn heeft." (Bukhari)

Voor de elitair ingestelde Arabieren waren zulke uitspraken shockerend. Zij waren gewend een leider aan te stellen uit de meest vooraanstaande families, maar Mohamed viel hun elitisme herhaaldelijk aan. Hij schreef hen voor op te houden met op te scheppen over hun afkomst.

De Profeet zei: "laat de mensen ophouden met op te scheppen over hun afkomst. Men is slechts een devote gelovige of een miserabele zondaar. Alle mensen zijn zonen van Adam, en Adam kwam van stof." (Abu Dawud, Tirmidhi)

Hij omschreef hun elitaire houding ook als een een teken van hun 'onwetendheid':

Er wordt gemeld dat op een keer een gezel van de Profeet een andere gezel, Bilal genaamd, op een negatieve toon "zoon van een zwarte vrouw!" noemde. Toen de Profeet dit hoorde werd hij kwaad en antwoordde hij: "Veroordeel jij deze man omwille van de zwartheid van zijn moeder? Jij bent met zekerheid een onwetende (al-jahiliyyah)."

De term 'al-jahiliyyah' slaat hier op onwetendheid inzake geloof, en wordt ook gebruikt om iemand die nog volgens de heidense patronen denkt te omschrijven. Opscheppen over je afkomst werd dus gedefinieerd als iets ongelovigs, iets dat in strijd is met de Islam.

Ahmed Lazaar

Hierbij de werkelijke kijk vanuit islamitische oogpunt over de omgang tussen de mensen:

Deel 1

Racisme: een grendel op de hemelpoort
"O mensen! Waarlijk jullie Heer is Eén en jullie vader (Adam) is één. Een Arabier is niet beter dan een niet-Arabier, en een niet-Arabier is niet beter dan een Arabier; een blanke is niet beter dan een zwarte en een zwarte is niet beter dan een blanke - behalve in termen van vroomheid en goede daden". (Uitspraak van de Profeet Mohamed, gemeld door Imaam Ahmad, 22391, al-Silsilat al-Saheeh 2700)


Uit deze inleidende uitspraak van de Profeet Mohamed blijkt al meteen hoe krachtig de Islam zich afzet tegen elke vorm van racisme en elitisme. De Koran schrijft een wereldbroederschap van mensen voor, één natie van broeders en zusters die allemaal elkaars gelijken zijn voor God. De Koran bevestigt het bestaan van diversiteit in geloof, taal, huidskleur en zo meer, maar beschouwt deze verschillen als tekenen van de Almacht van God, niet als redenen op grond waarvan men zich superieur zou kunnen voelen. Om deze aanpak duidelijk te maken, bewandelt de Koran zoals zo vaak twee paden: in de eerste plaats wordt het wenselijke - een wereldbroederschap van alle mensen - aangemoedigd. Tegelijk wordt elitisme en racisme sterk afgekeurd en verboden. Voor wie racist is, worden de poorten van de hemel gesloten.



1. Een Wereldbroederschap van alle mensen

De mensheid als één enkele natie van broeders en zusters

De Koran stelt dat de mensheid voortkomt uit één echtpaar, Adam en Eva:

"O mensen, vreest jullie Heer die jullie uit één wezen geschapen heeft, die uit hem zijn echtgenote schiep en die uit hen beiden vele mannen en vrouwen heeft voortgebracht en [over de aarde] heeft verspreid..." (Koran 4:1)

De hele mensheid vormt samen één natie:

"De mensen waren oorspronkelijk één gemeenschap..." (Koran 2:213)

De betekenis hiervan is dat alle mensen gelijk zijn en dat iedereen de broeder en zuster is van elke ander: alle mensen hebben immers dezelfde voorouders. Hiermee wordt in essentie de basis gelegd voor een echte wereldbroederschap van mensen. Devote Muslims spreken elkaar overigens aan met "zuster" en "broeder" - hiermee bevestigen zij niet enkel een geloofsverwantschap maar ook en vooral een volledige gelijkheid voor God: geen mens kan zich superieur achten aan een ander. Profeet Mohamed zei:

"O Heer! Heer van mijn leven en van alles in het universum! Ik bevestig dat alle mensen broeders zijn van elkaar."

Het gaat hier dus niet om een broederschap van Muslims, maar veel ruimer, over een wereldbroederschap van alle mensen die voor God allemaal elkaars gelijken zijn, ongeacht hun huidskleur, geloof, bezit, taal e.d.m.


Diversiteit tussen mensen is teken van Gods Almacht

Oorspronkelijk was de mensheid één gemeenschap. Die werd gaandeweg gediversifieerd. Al zijn alle mensen gelijk voor God, de Koran erkent uitdrukkelijk dat er verschillen bestaan tussen mensen: ze spreken andere talen, behoren tot andere volkeren enz. Maar opdat niemand deze verschillen als grond zou kunnen gebruiken om zichzelf meer waard te achten dan een ander, stelt de Koran dat die verschillen zo door God gewild zijn, en dat het tekenen zijn van Zijn Almacht:

"En tot Zijn tekenen behoren de schepping van de hemelen, en de aarde en het verschil in jullie talen en kleuren. Daarin zijn tekenen voor de wereldbewoners." (Koran 30:22)

Volgens de Koran zijn er ook in het geloof verschillende wegen naar God mogelijk: er zijn verschillende godsdiensten, en in elke godsdienst (met inbegrip van de Islam) zijn er gelovigen die naar de hemel zullen gaan, en ongelovigen die naar de hel zullen gaan. 1 Het is God zelf die de diversiteit, ook in de godsdiensten, heeft ingesteld:

"Als jouw Heer het had gewild, had Hij de mensen tot één gemeenschap gemaakt, maar zij bleven het oneens..." (Koran 11:118).

En enkel God kan over deze verschillen oordelen:

"... en Ik zal oordelen over dat waarover jullie het oneens waren.” (Koran 3:55).

De diversiteit impliceert dus tegelijk een aanvaarden van religieuze vrijheid.

"In de godsdienst (van de Islam) is er geen dwang." (Koran 2:256)

Dwang is in de godsdienst van de Islam verboden. 2. 't Is trouwens voor niets nodig vermits volgens de Koran eenieder die in God gelooft en deugdelijk handelt naar de hemel kan gaan, of dat nu een Jood, een Christene of een Muslim is:

"Zij die geloven, zij die het Jodendom aanhangen, de Christenen en de Sabiërs die in God en de laatste dag geloven en die deugdelijk handelen, voor hen is hun loon bij de Heer en zij hebben niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn." (Koran 2:62)

Ahmed Lazaar

Salaam alaikoum - Vrede zij met jullie medemensen.
Dit zegt iedere oprechte moslim als hij of zij iemand begroet.
Vrede tussen de mensen is een van de goede normen tussen de mensen. Helaas zijn er mensen die geen vrede willen tussen de mensen en die hun denkwijzen of gewoonten aan andere mensen willen opdragen. Ook zijn er mensen die alleen het goede voor zichzelf wensen door andere mensen economisch te onderdrukken. De Islam zegt "je moet voor een andere wensen wat je voor jezelf wil wensen" Dit geldt voor individuele als voor een gemeenschap. Dus als je het kwaad wil bestrijden moet je de oorzaken aanpakken. De mensen moeten leren om als een gemeenschap samen te werken tegen elke vorm van onrecht onderdrukking zelfverrijking etc.
Dan zul je zien dat het veel prettiger zal zijn in de wereld.
Ik wil afsluiten met een citaat in de heilige Koran: Allah zal een slechte toestand van een gemeenschap niet veranderen totdat zij het slechte in zichzelf veranderen.
Salaam alaikoum

Frank

Heel goed gesproken.
Ik ben atheïst, maar sta voor de volle 100% achter jouw woorden.

Samen moeten we deze wereld delen.
Samen moeten we werken aan de toekomst van de mensheid.
Laten we dat doen voor onze kinderen

Jelle

Wat is belangrijker? Waarheid of eenheid?

Laten we beginnen met het op een rijtje zetten van de verzen uit de Koran die liefde, vrede en vergeving prediken jegens ongelovigen, christenen en joden. Laten we de koran-verzen plaatsen uit de koran die geweld tegen niet-moslims veroordeelt.

Laten we daar mee beginnen.