leidenislamblog

'Sereen': Tanpınars antwoord op de Turkse seculiere politiek

'Sereen': Tanpınars antwoord op de Turkse seculiere politiek

Ahmet Hamdi Tanpınar was een van de eerste Turkse auteurs die kritiek uitte op de radicale hervormingen van Atatürk en zijn aanhangers. De Turkse staat kon nog heel wat leren van het Osmaanse verleden. Sinds de jaren tachtig is de auteur herontdekt.

Op een winterdag, tijdens het ontbijt, bracht de pakjesdienst mijn exemplaar van Ahmet Hamdi Tanpınars boek Sereen uit 1948. De Turkse titel luidt Huzur, een woord dat letterlijk rust en vredelievendheid betekent, maar ook een connotatie van landerigheid, vergane glorie en nostalgie in zich draagt. Deze vuistdikke roman is onlangs, in januari 2013, verschenen bij Athenaeum-Polak & Van Gennep, in een vertaling van Hanneke van der Heijden.

De roman vertelt het verhaal van een hopeloze liefdesaffaire. Mümtaz beleeft een zomer lang een romance met zijn medestudente Nurhan. Maar uiteindelijk kiest Nurhan er toch voor om terug te keren naar haar voormalige echtgenoot. Op symbolisch niveau bindt de nieuwe Turkse, verwesterde cultuur de strijd aan met de klassieke Osmaanse cultuur.

Ahmet Hamdi Tanpınar (1901-1962) was een van de eerste Turkse schrijvers die kritiek durfde te uiten op de idealen van secularisering en modernisering van Mustafa Kemal Atatürk en zijn aanhangers, de kemalisten.

Na de teloorgang van het Osmaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog (1919-1922), stichtten de kemalisten in 1923 de Republiek Turkije. De kemalisten zagen ‘radicale verwestersing’ als dé methode om Turkije weer op de been te helpen en een rol te laten spelen in de wereld. Daartoe werd de islam uit het openbare leven gebannen en sterker onder staatscontrole gesteld. Alles wat er in de periode van het Osmaanse Rijk gebeurd was, stond per definitie in een slecht daglicht. Toonaangevende schrijvers uit die periode schreven vooral over de manier waarop de moderne Turkse mens zich zo snel mogelijk met behoud van de eigen morele en culturele waarden een westerse levensstijl kon aanmeten.

Tanpınar was uitstekend op de hoogte van de ontwikkelingen in de door het Westen gedomineerde wereldliteratuur. Literaire stromingen als het modernisme en avant-gardisme waren hem goed bekend. Hoezeer hij zich de literaire technieken van deze stromingen eigen maakte, illustreert zijn roman Het klokkengelijkzetinstituut uit 1961, die in 2009 door Hanneke van der Heijden werd vertaald. Tegelijkertijd was hij een expert op het gebied van negentiende-eeuwse Osmaanse literatuur en schreef hierover het meest toonaangevende werk van zijn generatie. Van 1939 tot aan zijn dood in 1962 was hij hoogleraar negentiende-eeuwse Turkse literatuur aan de Universiteit van Istanbul.

Met zijn roman Sereen was Tanpınar een van de eerste Turkse schrijvers die positief terugkeek op het Osmaanse verleden. De Turkse staat kon er volgens hem lering uit trekken, en daarom was het jammer dat deze erfenis rond 1950 verloren aan het gaan was. In de periode dat Sereen werd gepubliceerd (1948), trok Tanpınar met deze visie weinig aandacht. De Turkse literaire scene ontdekte het sociaal-realisme. Literatuur over de armoede en ellende op het Anatolische platteland en het leed van fabrieksarbeiders vond men interessant. Pas toen vanaf 1980 de Turkse samenleving enigszins depolitiseerde en de islam in het politiek-sociale leven weer een belangrijkere rol kon gaan spelen, vond literatuur die terugblikt op het Osmaanse verleden weer enige genade. De Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk baande met zijn historische romans een pad en Tanpınar werd herontdekt.

Sindsdien rijst Tanpınars ster. Alom wordt hij geprezen om zijn taalgebruik. Hij schrijft een Turks dat eerder neigt tot het laat negentiende-eeuwse Osmaans dan het ‘moderne’ Turks van zijn tijd. De kemalisten probeerden, in hun streven het Osmaanse verleden uit te wissen, ook de Turkse taal te zuiveren van de ingeslopen Arabische en Perzische invloeden die het laat negentiende-eeuwse Osmaans tot een zeer gekunstelde taal maakten. Hierin schoten ze enigszins door naar een ‘zuiver’ Turks, waarin leenwoorden aan een ‘oer-Turks’ werden ontleend. Tanpınar verzette zich hevig tegen deze trend en schreef zijn wetenschappelijke én literaire werken in een soort post-Osmaans. Met de huidige ‘re-islamisering/osmanisering’ van de Turkse samenleving komt zijn taalgebruik weer helemaal in de mode.

Maar niet alleen zijn taalgebruik valt in de smaak. Tanpınars respect voor de continuïteit tussen het Osmaanse rijk en de Republiek Turkije sluit aan bij het historisch besef van vele intellectuelen in Turkije. Het is daarom zeer verheugend dat een uitgever de boeken van deze schrijver voor een Nederlands publiek toegankelijk maakt.

Meer informatie over het boek: hier.

4 Comments

Peter Bongaarts

"terwijl juist de Turken honderden jaren in een groot welvaart hebben geleefd en de islam op de juiste wijze interpreteerden."

Op de juiste wijze, wat is dat precies en wie bepaalt dat?

Turkmen

Schrijvers zoals Tanpinar kunnen de Turkse geschiedenis heel mooi verwoorden. Er heerst zoveel onwetendheid over de Turken, dat veel westerlingen van deze tijd Turken zien als mensen die alleen maar voor het domme werk naar Europa zijn gekomen, terwijl juist de Turken honderden jaren in een groot welvaart hebben geleefd en de islam op de juiste wijze interpreteerden.