leidenislamblog

Ziek, zwak en misselijk: Hulpbrieven uit middeleeuws Egypte

Ziek, zwak en misselijk: Hulpbrieven uit middeleeuws Egypte

In brieven uit middeleeuws Egypte beschrijven mensen hun problemen en vragen ze om hulp. Op het eerste gezicht schetsen zij een grimmige wereld waar de willekeur overheerst. Tegelijkertijd verraadt het stramien van de brieven toch een zekere vastigheid.

“Ze kwamen te paard met wapens en touwen. Ze grepen mijn man en brachten hem naar de gevangenis. Daar sloegen ze hem en nu weet ik niet of hij dood is of levend. Ik en mijn kinderen, wij hebben niemand behalve God en u. Dus kunt u mij alstublieft helpen, moge God u helpen, want u bent een toevluchtsoord!”

Deze hulpkreet schreef een moeder in de negende eeuw n. Chr. in Egypte. Haar man was met geweld uit huis gehaald, vastgezet en mishandeld. Ze is totaal wanhopig, niet alleen omdat haar man nu in de gevangenis zit en niet langer voor het gezin kan zorgen, maar vooral omdat de arrestatie met veel geweld gepaard ging en ze niet weet hoe het nu met hem gaat. Ze hoopt dat de ontvanger van haar brief zich over haar zaak zal ontfermen – wellicht kan deze uitvinden hoe het met haar man gaat, ervoor zorgen dat hij beter wordt behandeld, of hem misschien zelfs bevrijden.

Dit is niet de enige brief in zijn soort. Er zijn tientallen brieven op papyrus uit middeleeuws Egypte bewaard gebleven waarin mannen, vrouwen en kinderen om hulp vragen voor allerlei problemen, van het terugkrijgen van gestolen geld en goederen tot bemiddeling bij een echtelijke ruzie. Veel mensen waren afhankelijk van familieleden en kwamen in de problemen wanneer die wegvielen.

Andersom zijn er brieven van de weggevallen familieleden zelf, zoals de man die vanuit de gevangenis iemand verzoekt hem te helpen vrij te komen. “De mannen die tegen mij procedeerden bij jou hebben me gevangengezet. Ik had een garantieverklaring van iemand voor hen geregeld voor het geld dat ik hun schuldig ben, maar die willen ze niet accepteren. Kunt u zich over mijn zaak buigen en me vrij krijgen? Ik heb namelijk twee kleine kinderen en nog meer mensen die van mij afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud en ik werk dag en nacht om voor hen te zorgen en we zijn arm bovendien!”

Soms is er geen directe aanleiding, maar vragen de brievenschrijvers in meer algemene termen om hulp. Een moeder van drie zoons en een dochter noemt zichzelf “arm, behoeftig en zwak”. Ze vraagt in haar brief om aalmoezen die voor haar en haar kinderen de enige bron van leven zijn.

Dit soort brieven zijn geschreven in de drie talen die op dat moment gangbaar waren in Egypte: Grieks, Koptisch en Arabisch. Ze komen ook in het Judaeo-Arabisch (Arabisch geschreven in Hebreeuwse letters) voor. Alle bevolkingsgroepen in Egypte schreven dus zulke brieven: joden, christenen en moslims. Dat is niet verwonderlijk, want elke inwoner kon te maken krijgen met tegenslagen zoals beschreven in de brieven.

Op het eerste gezicht lijken deze brieven dan ook een beeld te bevestigen van de onveilige premoderne wereld. De gewone man moet het ongeluk van het dagelijkse bestaan – ziekte, diefstal, geweld, armoede, onrechtmatige gevangenisstraffen, onderdrukking – ondergaan en kan hooguit enige verlichting vinden via het persoonlijk ingrijpen van een hogergeplaatste. Hij leeft in een wereld waar willekeur overheerst en het noodlot altijd toe kan slaan. Met geluk kunnen problemen worden opgelost via persoonlijke relaties; regels of instituties waar men zich op kan beroepen zijn er niet.

Maar als we de brieven wat beter bekijken, zien we dat er wel degelijk een systeem is. De brieven zijn volgens een standaard patroon opgebouwd met uitdrukkingen zoals “kunt u zich over mijn zaak ontfermen?” De schrijvers beschrijven zichzelf volgens vaste regels. Ze zijn “arm en hulpeloos,” vooral de vrouwen, en hebben niemand behalve God en de aangeschrevene. De geadresseerde heeft ook vaste kenmerken. Hij/zij is een “toevluchtsoord” voor de onderdrukten en andere benadeelden. Het is duidelijk dat de briefschrijvers en ontvangers wisten wat er van hen verwacht werd en dat ze in een gemeenschappelijk systeem opereerden.

Dit betekent niet dat hulp gegarandeerd was: de schrijver moest de ontvanger van de brief wel degelijk overtuigen en overhalen om te helpen. Hoewel beide zijden een verwachtingspatroon kenden, was de uitkomst niet zeker. Maar die uitkomst was niet per se het belangrijkste: de dagelijkse tegenslagen in middeleeuws Egypte waren draaglijker omdat er een systeem bestond waarbinnen onrecht in ieder geval aangekaart kon worden volgens een bepaald stramien.

Het opstellen en versturen van een brief over vermeend onrecht was minstens zo belangrijk als de oplossing voor een specifiek of algemeen probleem. Vaak wordt immers niet eens om iets concreets gevraagd, behalve dat de ontvanger zich bekommert om de zaak van de schrijver of onbenoemde materiële hulp biedt.

En dat had vaak een positief effect: er was sprake van een systeem waarin de stemmen van onderdrukten en andere benadeelden geuit (vóór gehoord en beantwoord) konden worden. Dat bood ontlasting, veiligheid en steun in moeilijke tijden: een soort ombudsman avant la lettre.

2 Comments

Petra

Beste Hendrik Jan,

Interessante vraag. Inderdaad betreft het hier zeker niet de allerarmsten, maar eerder mensen van de 'middenklasse' die het goed konden redden als ze geen problemen ondervonden, maar als er iets misging hulp nodig hadden. Dat verklaart waarom ze gebruik konden maken van getrainde - maar niet noodzakelijk professionele - schrijvers of zelf getraind genoeg waren om de brieven te schrijven, maar dat is ook het punt: deze brieven zijn gelieerd aan de meer bekende petities en vormen samen een systeem waarin mensen zich beschermd voelden tegen misstanden en ongeluk.

Hendrik Bakker

Ik neem aan dat de brieven door professionals werden opgesteld. Dat verklaart wellicht de grote overeenkomsten. Maar konden armen dat betalen, of de man die in de gevangenis mishandeld werd?